Gemeenten aan de slag met cliëntondersteuning

Sinds de uitvoering van het onderzoek is er in het land veel gebeurd rond het thema cliëntondersteuning. In veel gemeenten (en regio’s) zijn er stappen gezet om cliëntondersteuning te versterken en/of anders in te richten. Op verschillende plekken was en is XpertiseZorg betrokken. Vanuit deze ervaringen ontstaat er een goed beeld van wat het thema in de praktijk behelst en welke (strategische) uitdagingen dit voor gemeenten oplevert. 

Wat valt hierin op? Wij zetten hieronder de top 5 ontwikkelingen en uitdagingen van lokale overheden en partners uiteen rond het thema onafhankelijke cliëntondersteuning.

1. De inrichting van cliëntondersteuning hangt nauw samen met de inrichting van de sociale basis, het voorliggende veld en de toegang.

Gemeenten hebben vanuit de wettelijke kaders een behoorlijke vrijheid in de exacte inrichting en inhoud van onafhankelijke cliëntondersteuning. Enerzijds biedt dit een kans om cliëntondersteuning zo in te richten dat het optimaal past in de gemeente-specifieke context, anderzijds kunnen de ruime kaders zorgen voor onduidelijkheid en vraagt het om een heldere koers en visie.

In de praktijk zijn er verschillende componenten die bepalen op welke manier onafhankelijke cliëntondersteuning optimaal tot haar recht kan komen. Eén van deze voornaamste componenten is de wisselwerking met de verschillende lijnen:

  • 0e lijn: sociale basis;
  • 1e lijn: voorliggend veld / algemene voorzieningen;
  • 2e lijn: (toegang tot) maatwerkvoorzieningen.

Wat is de visie van gemeenten op de verschillende lijnen, hoe zijn deze ingericht en op welke manier is de vraagbaak- en wegwijsfunctie ingericht? Dit zijn vragen die van grote invloed zijn op de optimale toegevoegde waarde van cliëntondersteuning.

2. Een goede wisselwerking tussen formele en informele cliëntondersteuning is waardevol.

Een thema dat op veel plekken terugkomt is de wisselwerking tussen de professionele/formele cliëntondersteuning en de vrijwilliger/informele cliëntondersteuning. Eerder schreven we een handreiking (klik hier) en organiseerden we een webinar (klik hier) rond dit thema. Elke gemeente kent organisaties, initiatieven en/of verenigingen die op een bepaalde manier (onderdelen van) cliëntondersteuning aanbieden. Het kan hier bijvoorbeeld gaan over een formulierenbrigade, ouderenbonden of de kerk. Deze informele ondersteuning is van grote waarde voor de professionele cliëntondersteuners. Het biedt namelijk waardevolle ondersteuning voor de inwoner en dienen belangrijke partners te zijn van de professionele cliëntondersteuners (bijvoorbeeld in relatie tot het op- en afschalen van bepaalde casussen). Onder meer in de koplopertrajecten in de Oosterschelderegio en de Achterhoek, waarbij XpertiseZorg betrokken was, is hier nadrukkelijk aandacht voor geweest.

Belangrijk is dat scherp wordt gesteld hoe de wisselwerking en de specifieke expertises tussen de partijen eruitziet. Op deze manier kan men elkaar op de juiste momenten vinden en inschakelen, ter bevordering van goede, passende ondersteuning van de inwoner. Tevens kan er in relatie tot de wisselwerking worden gedacht aan onderlinge kennisdeling, scholing en elkaar consulteren.

3. De eisen rond de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuner kent verschillende interpretaties.

Een terugkerend gesprek met gemeenten en partners is de betekenis van de ‘onafhankelijkheid’ van de onafhankelijk cliëntondersteuner. ‘Hoe kan de cliëntondersteuning onafhankelijk zijn als er een subsidierelatie bestaat met de gemeente?’, ‘waarom is de onafhankelijkheid van belang?’ en ‘op welke manier kunnen we dit borgen en tevens uitdragen naar onze inwoners?’.

Deze belangrijke vragen zoals hierboven gesteld komen vaak terug in de (visie)trajecten zoals uitgevoerd door XpertiseZorg. Een concreet voorbeeld uit de praktijk hierover is of cliëntondersteuning al dan niet onderdeel uit kan maken van het sociaal team. Het is belangrijk om hier een duidelijk beeld bij te creëren; de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuning is per slot van rekening een cruciaal kenmerk van de functie. Het is één van de verschillen tussen cliëntondersteuning en bijvoorbeeld maatschappelijk werk. Om deze reden is het van groot belang om hier het gesprek over te voeren en de verschillende interpretaties met elkaar te delen. Vanuit een gedeeld beeld is het mogelijk hier goede afspraken over te maken, dit te borgen en ook uit te dragen naar inwoners.

4. Domeinoverstijgende cliëntondersteuning blijkt een ingewikkeld en daarmee ondergeschoven thema.

Op verschillende plekken in het land is gewerkt aan en geëxperimenteerd met domeinoverstijgende cliëntondersteuning. Hoofdvraag hierbij is onafhankelijke cliëntondersteuning (georganiseerd vanuit Wmo en vanuit de Wlz) goed op elkaar kan aansluiten, zodat het voor de inwoner/cliënt geen belemmering vormt. Met andere worden: hoe zorgen we ervoor dat de ondersteuning eenvoudiger en duidelijker maken voor de cliënt, zonder dat de verschillende wetten hierbij een belemmering vormen.

Op veel plekken is/wordt gewerkt aan een oplossing, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het echt ‘loslaten van de wetten’ is moeilijk. In veel gevallen komt men uit op een variant waarbij een (extra) professional/rol wordt geïntroduceerd, specifiek inzetbaar voor casussen rond het snijvlak tussen de wetten. De uitdaging voor de aankomende jaren zal zijn om daadwerkelijk de wetten los te laten (wet-overstijgend) en op die manier de inwoner centraal te stellen. We hopen een bijdrage te leveren aan deze opgave en zo de ondersteuning voor de inwoners/cliënten te verbeteren. Zo zijn we in de gemeente Enschede samen met gemeente en zorgkantoor Menzis concreet aan het verkennen op welke manier dit kan worden georganiseerd. De denklijnen hierbij zijn om meer vanuit een gezamenlijke visie en opdrachtgeverschap onafhankelijke cliëntondersteuning te organiseren.

5. Gemeenten vinden het lastig om de (beoogde) effecten van cliëntondersteuning scherp te krijgen en dit te monitoren.

Tot slot – als vijfde – zeker een belangrijke ontwikkeling is het in beeld krijgen van de beoogde effecten van onafhankelijke cliëntondersteuning. In het koplopertraject in Twente startte XpertiseZorg reeds in 2020 met het in kaart brengen (link). De vraag die bij effectmonitoring voor gemeenten centraal staat is hoe de inzet van cliëntondersteuning zich vertaald in ‘wat we willen bereiken’ (output) en wat dit vervolgens betekent voor de samenleving (impact/effect). Het hebben van de mogelijkheid om juist op deze impact te sturen biedt een kans voor gemeenten om te monitoren en evalueren waar het daadwerkelijk over gaat: de wijze waarop het bijdraagt aan het welzijn van de inwoners en de samenleving. Onder meer in de gemeente Raalte hebben we het thema ‘outcome-gericht werken’ met de partners verdiept; dit heeft geleid tot een duidelijk beeld van de beoogde effecten van onafhankelijke cliëntondersteuning. Ook was er aandacht voor de wijze waarop dit gemonitord kan worden, onder meer met gebruik van inzichten van ervaringsdeskundigen en burgers/cliënten die gebruik maakten van cliëntondersteuning.

Het duidelijk in beeld hebben van de beoogde effecten zorgt ervoor dat je hier het gesprek over kan voeren. Dit zorgt er tevens voor dat gesprekken niet verzanden in discussies (op detailniveau) over uitvoering van taken en activiteiten. Het biedt namelijk ruimte aan de uitvoering door de experts, maar niet zonder de beoogde effecten en impact met elkaar uit beeld te verliezen.

 

Kennisteam OCO – XpertiseZorg

 

Heeft u vragen over dit project?